2013-08-26 19:42 |
Hobma lacht als laatste met eerste NK-titel
Nooit keerde Thewis Hobma dit seizoen met een dagzege op zak terug naar Harlingen. Tot zaterdagavond laat in Polsbroekerdam, toen Hobma op de valreep van de fierljepjaargang ineens zijn eerste Nederlandse titel in handen had.
Het was een mooi gezicht, toen de regen uiteindelijk slechts een tijdelijke spelbreker op het NK bleek en de wedstrijd tegen acht uur weer hervat kon worden. Hobma was er achter de schansen als de kippen bij om iedereen weer op zijn plek te krijgen en zijn collegaspringers quasiserieus op te zwepen om snel te gaan warmlopen. De Harlinger had tenslotte alle belang bij de hervatting, omdat de wedstrijd al voor het eindigen van de voorrondes stilgelegd moest worden.
In het geval van een afgelasting zouden al die sprongen, waaronder dus de dan al leidende 20,45 meter van Hobma uit zijn eerste poging, geschrapt worden en begon iedereen op een nieuwe datum met een schone lei. ,,Dat moesten we natuurlijk niet hebben”, grijnsde Hobma nadien. ,,Ik was een beetje aan het geinen toen we weer verder konden gaan, maar ik moet ook eerlijk zijn: de kans was een stuk kleiner geweest dat ik op een inhaaldatum weer bovenaan had gestaan na de voorronde.”
Het was dus al in zijn eerste sprong raak voor de senior, die na nul dagtitels in een heel seizoen met recht leek te pieken op het juiste moment. ,,Ik had geluk op het juiste moment”,.prefereerde Hobma een ander perspectief. ,,Het is niet zo dat ik dit seizoen geen goede afstanden gesprongen heb, maar je hebt ook nog met concurrentie te maken. Die waren op die dagen vaak ook in vorm, waardoor ik net de boot miste. Nu zat het eens enorm mee en ook nog eens op een heel mooi moment. Want ja, ook over veertig jaar heb ik deze titel toch nog mooi achter mijn naam staan.”
Uiteindelijk beet dus iedereen zich stuk op de 20,45 van Hobma, inclusief regerend kampioen Oane Galama, Bart Helmholt en diens eeuwige Utrechtse rivaal Jaco de Groot. Helmholt bleef op zijn 19,95 uit de voorronde steken. ,,Ik kon mijn opbouw na de regenpauze niet meer doorzetten. Maar daar wil ik het niet op afschuiven, want Bobby (Zwaagman, ES) en Hilianne (van der Wal) hebben bewezen dat ze daarna wél top waren. Zij konden zich er dus wel overheen zetten, simpel zat”, sprak de Burgumer klare taal.
Uiteindelijk was het juist broer Thomas Helmholt die met een knap persoonlijk record van 20,21 nog het dichtst in de buurt kwam van de winnende Hobma. ,,Maar ik wist dat ik daarmee waarschijnlijk al op mijn top zat. Toch ben ik hartstikke blij met mijn persoonlijk record, dat is me ook veel waard.”
Bij de jongens wilde het de laatste weken ineens niet meer vlotten met Bobby Zwaagman. Zo moest de IJlster in zijn laatste jongensjaar de Friese titel twee weken terug aan club-en plaatsgenoot Tom Hoekstra laten, maar zaterdag toonde hij in Polsbroekerdam op het moment suprême andermaal zijn onbetwistbare talent. Het was zijn rivaal Ricardo Faaij uit Haastrecht die lange tijd de leiding in handen had met 18,13, maar in zijn laatste finalesprong prolongeerde Zwaagman zijn nationale titel met een fraaie 18,92, zijn op één na beste afstand ooit.
De opluchting was groot bij Zwaagman, zo bleek. ,,Het bleef wel een tijdje in mijn hoofd malen dat ik niet nóg een titel moest laten liggen. Dan valt er toch veel van je af, ook omdat ik juist op het NK nog één keer wilde vlammen.” Zwaagman logeerde in de dagen voor de titelstrijd uitgerekend bij Faaij, enerzijds om alvast wat te oefenen op de onbekende schansen, anderzijds omdat de twee concurrenten simpelweg goed met elkaar kunnen opschieten. ,,We zeiden nog tegen elkaar: één van ons moet dit NK winnen.” Lachend: ,,Tsja, en als ik nog eens mag kiezen, dan toch het liefst ikzelf.”
Hilianne van der Wal had bij de dames al vrijwel alle grote titels achter haar naam staan, maar het NK ontbrak nog op haar cv. Tot zaterdag dan, want de Noardburgumse hield onder meer Fries kampioene Klaske Nauta (14,92) achter zich. Eerst met 15,10 en in haar laatste sprong deed ze daar nog een schepje bovenop (15,91). ,,Geweldig dat ik deze titel nu ook heb”, lachte Van der Wal. ,,Die 15,10 was ook al goed genoeg geweest, maar de spanning was eraf bij mijn laatste sprong en daar kwam adrenaline voor in de plaats. Mooi dat ik het dan op zo’n manier af kan maken.”.