2013-08-12 18:15 |
FD: Hoekstra piekt op het goede moment
Door Gerard Bos
De ene fierljepper uit IJlst sloeg zaterdagmiddag na zijn laatste sprong balend met een vuist in het zand, de andere fierljepper uit IJlst stak juichend een vuist in de lucht.
e eerste vuist was die van Bobby Zwaagman, de tweede die van Tom Hoekstra. En dat was anders dan gedacht. Want terwijl Zwaagman de torenhoge favoriet was in de jongensklasse bij het FK fierljeppen, ging outsider Hoekstra er met zijn tweede opeenvolgende Friese titel vandoor. Pieken op het juiste moment; Hoekstra kan het.
Zwaagman is al het hele seizoen de grote uitblinker in de jongensklasse: hij is soeverein leider van het klassement, reeg de dagtitels aaneen en was daardoor de gedoodverfde kandidaat voor de Friese jongenstitel in Winsum. Als er echter iemand was die hem van de zege af kon houden, was dat in theorie Hoekstra. Toch gingen maar weinig mensen er van uit dat hij Zwaagman ook in de praktijk zou verslaan.
„Verrassend? Zeg dat wel”, was de veelzeggende reactie van Hoekstra na afloop van de Friese kampioenschappen. „Bobby is het hele seizoen al goed, hij was ook voor mij de favoriet om kampioen te worden. Ik ging naar dit FK met het idee dat ik niets te verliezen had. Misschien is dat wel van invloed geweest op het feit dat ik als winnaar weer vertrek.”
Hoekstra had overigens wel degelijk wat te verliezen, want hij was de titelverdediger in Winsum. Toch waren de opmerkingen van de zestienjarige fierljepper uit IJlst begrijpelijk. Hoekstra doelde namelijk op zijn prestaties dit seizoen. Die bleven door blessureleed ver achter bij de verwachtingen.
„Ik heb lang last van een bovenbeenblessure gehad”, vertelde de kersverse Friese kampioen. „Vervolgens was ik hersteld, maar liep ik voor het Keningsljeppen in Burgum opnieuw een blessure op. Zo blijf je aan de gang.
Uiteindelijk kwam ik qua trainen niet veel verder dan een beetje klimmen in een klimpaal.” Hoekstra liet echter zien te kunnen pieken op het juiste moment. Weer fit, gretig en in de rol van outsider zette hij in Winsum al in de eerste sprong 16.87 meter neer en in de tweede sprong de uiteindelijk winnende 17.40.
Het maakte zijn door blessureleed gekenmerkte seizoen goed, zou je zeggen. Maar de kleine ljepper uit IJlst wilde daar niets van weten, want hij bleef ondanks zijn tweede Friese titel op rij opvallend zelfkritisch. „Ik wilde eigenlijk een 18-metersprong maken. Dat is niet gelukt.”
Opvallender was dat favoriet Zwaagman veel moeite had om überhaupt de finale te halen. Dat lukte pas in de laatste sprong van de voorronde: 16.55, op dat moment net zover als de verrassend sterke nummer drie Wiebe Auke Postma uit Noardburgum. Die kwam in de eindstrijd nog tot een fraai persoonlijk record van 16.84, maar een titel zat er niet in. Voor Zwaagman echter evenmin. De titelfavoriet kwam niet verder dan 17.01. En dus was het de vuist van outsider Hoekstra die de lucht in ging. Wéér kampioen. „Onverwacht”, zei hij. „Maar daarom niet minder mooi.”